album    
         

 

 

   
   

Pascal Verbeken | Het instrument van de bibliofiele drukker, DS Magazine, 10 januari 1997

 

   
       
   


Letters
| Pascal Verbeken | Het instrument van de bibliofiele drukker, DS Magazine, 10 januari 1997

 

   
   

Een moderne drukkerij in bedrijf klinkt als de machinekamer van een tankschip. Hoe weldadig is de rust in het ateliertje van de bibliofiele drukker: Stabat Mater zacht op de radio en nauwelijks hoorbaar het doffe rollen van de handperscylinder. Ronald Ergo gaat al enkele decennia de waan van de tijd te lijf met uitgaven in beperkte oplage die opvallen door hun verzorgde uitvoering. Twintig jaar geleden raakte ook Rein verknocht aan loden lettertjes en de geur van inkt. Beiden zijn na al die jaren nog even lyrisch over het industriële fossiel dat ze „onze derde hand" noemen: de cylinderpers.

Ronald: "Mijn handpers is een eenvoudige constructie die eind vorige eeuw werd ontworpen. Rein heeft een Modeste-degelpers, maar verder is het mechanisme vergelijkbaar. Heel typisch zijn de bescheiden afmetingen van de tafel die ook de grootte beperken van het drukpapier. Een boekje van 48 bij 38 centimeter kan nog net op het blad. Vroeger werd dit type in drukkerijen gebruikt als proefpers: heel wat spelfouten op krantenpagina's zijn dankzij dit persje in laatste instantie opgespoord en gecorrigeerd. Het is dus niet alleen het „instrument van de drukker, maar ook van de eindredacteur."

Rein: "De handpers is nog altijd de uitgelezen machine voor complex, bibliofiel drukwerk. Je hebt het drukproces volledig in de hand. Wil je bijvoorbeeld harder aandrukken om het papier een mooie moet te geven, dan kan dat heel eenvoudig. Geschept papier verschilt telkens weer in dikte. Wel, een courante pers weet daar geen raad mee. Ook de kleurintensiteit van de inkt is makkelijk bij te stellen. Geautomatiseerde persen gaan hun eigen gang zodra je de knop hebt ingedrukt. Het kost heel wat tijd en handelingen om dan nog bij te sturen." Computergestuurde persen noemt Ronald Ergo dan ook "geniale idioten". Is het dan toch waar dat bibliofiele drukkers talent hebben voor romantiek? Rein: "Sommige handpersdrukkers koesteren inderdaad de marginaliteit. Wat mij betreft, speelt dat ambachtelijke kantje helemaal niet mee. Allereerst rijst de vraag: hoe wil ik dat het boek eruitziet? Afhankelijk daarvan kies je het geschiktste medium. Het gebruik van de handpers is dus een middel en geen doel op zichzelf. Een Apple Mac met een grafisch programma is een toverdoos waar ik niet op neerkijk. Een paar jaar geleden zijn de theaterteksten van Jan Decorte gedrukt met de allermodernste procédés. Ik vind die bundel een bibliofiel pareltje. Maar als je met een computer kwalitatieve typografie wilt afleveren, kom je toch weer bij het trage handwerk uit. Er bestaat geen digitaal programma dat woordsplitsingen consequent volhoudt in langere teksten. Ook de precieze plaatsing van de titel en het vermijden van hoerenjongen is niet automatisch door een programma te bolwerken."

De jammerklachten van schrijvers over covers, smakeloze typografie en ontspoorde vormgeving zijn legio. De indruk bestaat dat in ons taalgebied over het algemeen bijzonder slecht wordt uitgegeven. Ook hier brengt de handpers raad. Rein: .Auteurs werken vaak jaren aan een manuscript en moeten dan maar bang afwachten wat vormgevers ermee aanrichten. Het drukprocédé van de handpers laat toe dat ze in overleg met ons een vrij grote greep houden op het eindproduct. Dat contact tussen schrijver en drukker vind ik een van de mooiste aspecten aan het vak. Suggesties betreffende typografie, bladspiegel en cover probeer ik in te passen in mijn visie. Let wel, ik ben geen kunstenaar; mijn rol is louter dienend. Wanneer dat zoals bij Christine D'Haen, Yves Bonnefoy of Thierry de Cordiet ook nog geapprecieerd wordt, maakt me dat gelukkig. Vroeger waren er ook schrijvers die zelf achter de handpers gingen staan: Paul van Ostaijen, Maurice Gilliams, Michel Seuphor en Hendrik Werkman controleerden het hele productieproces." De dag dat de laatste, hoogbejaarde drukker achter een handpers wordt aangetroffen, ligt nog niet in het verschiet? Ronald: Ik verwacht dat er de volgende jaren opnieuw meer handpersen geassembleerd zullen worden. In de kunstenaarswereld groeit duidelijk het verlangen om volgens de oude regels te worden uitgegeven. Schrijvers en grafici willen hun boek gemaakt zien."

Je ziet steeds vaker hoogtechnologisch drukwerk dat het patina van de handpers probeert te imiteren. Voor echte bibliofielen moet het gruwelijke kitsch zijn. Ronald: "Hoezeer ze ook hun best doen, je ziet het verschil meteen. Hetzelfde fenomeen heb je met de wildgroei in het aanbod 'authentiek' papier. Een blaadje met wat textuur en een rafelige rand is nog geen geschept vel. Papier scheppen is arbeiden en net die moeite is er te veel aan.

Rein: .Drukken met de handpers is vooral een zintuiglijk feest. Zo'n letter die mooi in de textuur van het blad ligt, kan me nog altijd verrukken. Mensen die voor het eerst een bibliofiel boekje in hand nemen, zijn altijd weer verbaasd hoe groot de tactiele sensatie wel is. Vingers glijden over de bladspiegel, letters tonen plots een kleurnuance die wel nieuw lijkt. Toen ik Mes écrits de cuisine van Thierry de Cordier maakte wou hij letters in de diepste intensiteit van zwart. Met typo-zwart kom je met de beste wil niet in de buurt. Ik maak nu een boek met De druiven van Zeuxis, de mythe waarin vruchten zo levensecht geschilderd zijn dat de vogels erop afkomen om ze op te eten. Die extreme zintuiglijkheid moeten ook boeken uitstralen."

 
   
   
pers

 

 

     

Jan Van Hove, Lof van de letter | Ambachtelijk drukken heeft nog toekomst, De Standaard, 5-6 februari 1994

Danny Dobbelaere, Een letterlijke liefde voor het boek

Pascal Verbeken, Het instrument van de bibliofiele drukker, De Standaard Magazine, 10 januari 1997